Nieuwsoverzicht  

Psychomotorische therapie: Incasseren en uitdelen

Met maar liefst drie gymzalen is Emergis kind & jeugd goed bedeeld om psychomotorische therapie te geven. Maar wat is dat precies voor behandeling? Henrieke, psychomotorisch therapeut, steekt bij deze vraag direct enthousiast van wal: “Ik probeer cliënten via bewegingsoefeningen bewuster te maken van hun emoties en gevoelens. Zodat zij leren luisteren naar hun lichaam.”

Psychomotorische therapie is een van de zeven vaktherapieën waarbij methodisch gebruikgemaakt wordt van een ervaringsgerichte werkwijze. Bij deze specialistische behandeling ligt de nadruk op lichaamsbeleving en het handelen in bewegingssituaties, vandaar dat er gebruikgemaakt wordt van de gymzalen.

Gymzaal met extra’s

“Ik beschik over alle toestellen en mogelijkheden als elke andere gymzaal en meer”, vertelt Henrieke. “Zo hangt hier ook een dartbord en kunnen we boksen. Maar ik heb bijvoorbeeld ook een met ducttape beplakte skibril. Die gebruik ik om de kinderen een ‘blinde’ oefening te laten doen. Zodat ze leren hulp te vragen en te accepteren.

En ik heb hoepels in verschillende maten. De jongeren mogen er eentje kiezen waar ze denken nog doorheen te passen. Vrijwel zonder uitzondering kiezen zij een van de grootste.”

Karaktereigenschappen

Dat is niet vreemd, Henrieke werkt uitsluitend met jongeren die een eetstoornis hebben, haar collega’s werken met andere doelgroepen. In spelsituaties komen meteen de karaktereigenschappen van een kind naar boven, net als bij de meest simpele bewegingsoefening. Ze willen winnen, nog beter presteren of haken juist af als het niet lukt. “Afhankelijk van de jongere kies ik oefeningen waarmee ze leren hun grenzen te bepalen of te doorbreken. Zo nodig maak ik de oefening zo moeilijk dat hun focus alleen nog bij de beweging ligt. Natuurlijk praten we over wat er gebeurt tijdens het spel of de oefening, maar het is soms goed om even helemaal uit je gedachten te zijn.”

Middel, geen doel

Een gymzaal kan een spannende omgeving zijn voor haar doelgroep, zeker als zij op school al nare ervaringen met gym achter de rug hebben. Henrieke benadrukt altijd dat zij geen reguliere gymlessen geeft, dat het er niet om gaat hoe goed het kind is of om een cijfer. De bewegings- en speloefeningen zijn een middel om heel andere doelen te bereiken en die verschillen per cliënt. “Het gaat erom dat ze meer leren over zichzelf, wat ze kunnen en waar hun beperkingen liggen. Dat doe ik niet alleen, de vaktherapeuten zijn een specialistische aanvulling op de cognitieve behandeling. We staan met een klein team om de jongeren heen.”

Fysiek contact

Een goede vertrouwensrelatie is vanzelfsprekend belangrijk. Maar bij psychomotorische therapie speelt mee dat er vaak fysiek contact is, denk aan contactsporten als voetbal, basketbal en boksen. “Ik heb ook stoeioefeningen. Ik houd dan bijvoorbeeld een basketbal heel goed vast, die een jongere mij moet ontfutselen. Dat kan als heel confronterend worden ervaren. Elkaar vertrouwen is dan extra belangrijk.”

Volop in ontwikkeling

Henrieke kan zich geen ander werk voorstellen dat dit. “Het is zo tof om een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van deze jongeren. Ze zijn leergierig, nieuwsgierig en staan open om nieuwe dingen te ontdekken. Ze zijn nog volop in ontwikkeling en samen met hun omgeving is veel verandering mogelijk. En al zijn er genoeg moeilijke momenten, we hebben ook vaak veel plezier in die gymzaal.”